Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Laat ons dan [1]vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan [2]nagelaten zijnde, iemand van u schijne [3]achtergebleven te zijn. 1. Dat is, met zorgvuldigheid daarop letten. Zie Fillip.2:12; hetwelk met het vast vertrouwen op Christus niet strijdt, gelijk blijkt vs.16. 2. Dat is, ons nog overgelaten zijnde. Anderen nemen het woord nalaten voor verlaten of niet waarnemen; doch de overzetting komt met vs.2 wel zo goed overeen. 3. Dat is, tot het einddoel, dat hem voorgesteld is, niet gekomen; een gelijkenis, genomen van de Israelieten in de woestijn, die wel Egypte hadden verlaten, om naar het land Kanaan te reizen, maar waren door hun ongelovigheid verhinderd, dat zij tot daartoe niet zijn gekomen. Of daarvan verstoken te zijn, dat men ze moet derven.